27 Het is goed dat ze dat graag wilden, maar eigenlijk zijn ze het ook wel verplicht. Want ze hebben het aan de gelovigen in Jeruzalem te danken dat ze geestelijke rijkdommen hebben gekregen. Daarom is het goed dat ze nu [ uit dankbaarheid ] iets voor hen terugdoen.
28 Als ik hun het geschenk heb gebracht, zal ik via jullie stad naar Spanje reizen.
29 En ik weet zeker dat ik met de volle zegen van Christus bij jullie zal komen.
30 Maar, broeders en zusters, ik wil jullie vragen om veel voor mij te bidden. Dat vraag ik jullie namens onze Heer Jezus Christus en door de liefde van de Heilige Geest.
31 Bid dat God mij zal beschermen tegen de mensen in Judea die het goede nieuws niet willen geloven en die mij tegenwerken. En bid dat de gelovigen in Jeruzalem blij zullen zijn met wat ik hun kom brengen.
32 Want dan zal ik, als het Gods wil is dat ik kom, blij naar jullie toe reizen. Dan kan ik door jullie bemoedigd worden.
33 Ik bid dat de God van vrede met jullie zal zijn! Amen! Zo is het!