59 Asan met de graslanden daar omheen en Bet-Semes met de graslanden daar omheen.
60 In het gebied van de stam van Benjamin kregen ze: Geba met de graslanden daar omheen, Allemet met de graslanden daar omheen en Anatot met de graslanden daar omheen. In totaal woonden hun families dus in 13 steden.
61 De rest van de families van Kehat kreeg door loting tien steden in het gebied van de helft van de stam van Manasse.
62 De families van Gerson kregen 13 steden in de gebieden van de stammen van Issaschar, Aser, Naftali en Manasse in Basan.
63 De families van Merari kregen door loting twaalf steden in de gebieden van de stammen van Ruben, Gad en Zebulon.
64 Zo gaven de Israëlieten aan de Levieten steden met de graslanden daar omheen
65 in de gebieden van de stammen van Juda, Simeon en Benjamin, door erom te loten. Deze steden werden met name genoemd.