7 Dan moet hij de man die van de besmettelijke huidziekte gereinigd moet worden, zeven keer met dat bloed besprenkelen. Daarna zal de man rein zijn. De levende vogel moet hij vrij laten wegvliegen.
8 En de man die gereinigd moet worden, moet zijn kleren wassen, zijn haar en baard afscheren en zich in water wassen. Dan zal hij rein zijn. Daarna mag hij weer in het tentenkamp komen. Maar hij moet nog zeven dagen buiten zijn tent blijven.
9 Op de zevende dag moet hij al zijn haar afscheren: zijn hoofdhaar, zijn baard en zijn wenkbrauwen. Hij moet zijn kleren wassen en zich helemaal in water wassen. Dan zal hij rein zijn.
10 Op de achtste dag moet hij twee gezonde mannetjes-schapen van één jaar, een gezond vrouwtjes-schaap van één jaar en 3/10 efa [ (6,6 liter) ] fijn meel offeren. Dat meel moet worden gemengd met olijf-olie. Verder moet hij nog 1 log [ (⅓ liter) ] olijf-olie offeren.
11 De priester moet hem met al deze dingen bij Mij brengen, bij de ingang van de tent van ontmoeting.
12 De priester moet het ene schaap offeren als schuld-offer, met de olijf-olie. Hij moet ze als een beweeg-offer naar Mij omhoog houden en heen en weer bewegen.
13 Hij moet het schaap slachten op de plek waar altijd het vergevings-offer en het brand-offer geslacht worden. Op de heilige plaats dus, want net als het vergevings-offer is ook dit schuld-offer voor de priester. Het is heel erg heilig.