9 Verdwenen zijn de voorwerpen voor de aanbidding van God.Verdwenen zijn de profeten.Niemand weet hoelang dit nog zal duren.
10 God, hoelang zullen onze vijanden nog over ons lachen?Hoelang zullen ze U nog belachelijk maken?
11 Waarom doet U niets?Doe toch iets en vernietig hen!
12 Toch bent U altijd onze Koning geweest.U heeft steeds op aarde redding gebracht.
13 U spleet de zee in tweeën met uw kracht.U verpletterde de koppen van de zeemonsters.
14 U heeft de koppen van de leviatan verpletterd,U gaf hem aan de woestijnbewoners te eten.
15 U liet bronnen en beken ontstaan.Rivieren liet U opdrogen.