22 Ziet u wat ik bedoel? Hij geloofde God en deed precies wat God van hem vroeg. Zijn geloof werd pas écht geloof door wat hij deed.
23 In de Boeken staat het zo: ‘Abraham geloofde God en daarom beschouwde God hem als een rechtvaardig mens. God noemde hem zelfs zijn vriend.’
24 Hieruit blijkt dus dat een mens gered wordt door wat hij gelooft én door wat hij doet.
25 De hoer Rachab is hier ook een voorbeeld van. Zij werd gered, omdat zij de Joodse boodschappers in haar huis verstopte en veilig de stad uit wist te krijgen, dus door haar daden.
26 Zoals een lichaam zonder geest dood is, zo is ook geloof zonder daden dood.