1 Opnieuw richtte Jezus zich tot hen met gelijkenissen.
2 ‘Het Koninkrijk van de hemelen lijkt op een koning die de bruiloft van zijn zoon voorbereidde.
3 Hij stuurde zijn knechten erop uit om de gasten te gaan uitnodigen, maar niemand wilde komen.
4 Daarom stuurde hij andere knechten erop uit om te zeggen: “Alles staat klaar. Het mestvee is geslacht en klaargemaakt, kom vlug naar het huwelijksfeest!”
5 Maar de mensen die uitgenodigd waren, haalden hun schouders op en gingen aan hun werk. De één naar zijn boerderij, de ander naar zijn zaak.