2 O Here, nee, straf mij nietin het vuur van uw toorn!
3 Heb medelijden met mij, Here,want ik ben maar een zwak mens.Genees mij,want mijn lichaam is ziek
4 en mijn geest verward.Laat mij toch snel weer tot mijzelf komen!
5 Kom, Here, red mijn ziel,red mij door uw goedheid.
6 Want doden kunnen u geen eer bewijzenen in het dodenrijk kan niemand U loven.
7 Het verdriet put mij uit,elke nacht wordt mijn kussen nat van de vele tranen.
8 Mijn ogen staan dofen mijn blik is duisteromwille van mijn vijanden.