13 Maakt u nu gereed en trekt de beek Zered over. Toen trokken wij over de beek Zered.
14 En de tijd dat wij reisden vanaf Kades-Barnea, totdat wij de beek Zered overtrokken, bedroeg achtendertig jaar – totdat dit gehele geslacht, de krijgslieden uit de legerplaats, gestorven was tot de laatste man, zoals hun de Here had gezworen;
15 ja, ook was de hand des Heren tegen hen geweest om hen uit de legerplaats weg te rukken, totdat zij gestorven waren tot de laatste man.
16 Toen dan van het volk alle krijgslieden gestorven waren tot de laatste man,
17 sprak de Here tot mij:
18 heden trekt gij langs het gebied van Moab, te weten Ar,
19 en dan komt gij in de nabijheid van de Ammonieten; benauw hen niet en daag hen niet uit, want Ik zal u van het land der Ammonieten niets in bezit geven, omdat Ik het aan de zonen van Lot tot een bezitting gegeven heb.