2 Neem Aäron en zijn zonen met hem, de klederen, de zalfolie, de stier van het zondoffer, de beide rammen en de korf met de ongezuurde broden,
3 en roep de gehele vergadering samen bij de ingang van de tent der samenkomst.
4 En Mozes deed, zoals de Here hem geboden had, en de vergadering werd samengeroepen bij de ingang van de tent der samenkomst.
5 Toen zeide Mozes tot de vergadering: Dit is het, wat de Here geboden heeft te doen.
6 En Mozes deed Aäron en zijn zonen naderen en wies hen met water;
7 daarna deed hij hem het onderkleed aan, omgordde hem met de gordel, bekleedde hem met het opperkleed, deed de efod daarover, omgordde hem met de band van de efod en bond hem die om.
8 Daarna deed hij hem het borstschild aan en legde in het borstschild de Urim en de Tummim.