1 Een klaaglied van David, dat hij de Here gezongen heeft om de woorden van de Benjaminiet Kus.
2 Here, mijn God, bij U schuil ik,verlos mij van al mijn vervolgers en red mij,
3 opdat hij niet als een leeuw mij verscheure,wegslepe, zonder dat iemand redt.
4 Here, mijn God, indien ik dàt gedaan heb,indien er onrecht kleeft aan mijn handen,
5 indien ik hem kwaad gedaan heb, die vrede met mij had,– ja, ik heb hem gered, die mij zonder oorzaak benauwde –