2 Thessalonicenzen 2:3 SV1750

3 Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs;

Lees verder hoofdstuk 2 Thessalonicenzen 2

Uitzicht 2 Thessalonicenzen 2:3 in verband