11 Ik zeg dit, omdat ik van de huisgenoten van Kloë heb gehoord dat jullie ruzie maken met elkaar.
12 Ik bedoel dat bij jullie de één zegt: "Ík hoor bij Paulus!" En een ander: "Ík bij Apollos!" En weer een ander: "Ík bij Petrus!" En nog weer anderen: "Ík bij Christus!"
13 Maar is Christus dan in stukken verdeeld? Of is Paulus voor jullie gekruisigd? Of zijn jullie in de naam van Paulus gedoopt?
14 Ik dank God dat ik bij jullie alleen Krispus en Gajus gedoopt heb.
15 Zo kan niemand van jullie zeggen dat hij is gedoopt in míjn naam.
16 O ja, ook het gezin van Stefanas heb ik gedoopt. Maar verder niemand, geloof ik.
17 Want Christus heeft mij niet gestuurd om te dopen, maar om het goede nieuws te vertellen. En dat doe ik, niet met veel mooie woorden, maar zo gewoon mogelijk. Want het gaat [ niet om mooie woorden, maar ] om de gekruisigde Christus. Dat is het belangrijkste.