2 En intussen lopen jullie maar op te scheppen en trots te doen! Wees liever bedroefd over zoiets! En waarom zetten jullie die man de gemeente niet uit?
3 Ik ben zelf wel niet bij jullie, maar in gebed ben ik wél bij jullie. En ik veroordeel de man die zoiets doet.
4 Wanneer jullie bij elkaar zijn en ik in gebed ook bij jullie ben, moeten we die man met de kracht van onze Heer Jezus
5 uitleveren aan de duivel, in de naam van Jezus. Het is zeker dat hij daarvan de gevolgen zal merken. Daardoor [ zal hij weer gaan leven zoals God het wil en ] zal zijn geest worden gered op de laatste dag.
6 Jullie opschepperij slaat nergens op [ als jullie zulke dingen gewoon laten gebeuren ]. Jullie weten toch dat door een klein beetje gist al het deeg gaat gisten?
7 Doe daarom alles wat slecht is uit de gemeente weg [ want anders zullen er steeds meer slechte dingen gedaan worden ].
8 Laten we daarom feestvieren, niet met het oude brood waar de gist van het kwaad in zit, maar met het ongegiste brood van zuiverheid en waarheid.