2 Ik bid dat onze God en Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus.
3 We prijzen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij is altijd in alles goed en vriendelijk voor ons.
4 Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd.
5 Want we hebben veel te lijden omdat we in Christus geloven. Maar daarom zullen we ook heel veel bemoediging krijgen van Christus.
6 We hebben veel moeilijkheden. Maar dat is dus om jullie te kunnen bemoedigen en redden als júllie moeilijkheden hebben. En als wíj bemoedigd worden, dan bemoedigt dat ook jullie. Want dan weten jullie, dat jullie net zo bemoedigd zullen worden als wij.
7 Wanneer jullie net zoveel moeten lijden als wij, zullen jullie ook net zo bemoedigd worden als wij. Dat weet ik zeker.
8 We willen dat jullie weten wat een grote moeilijkheden we in Asia [ (= Turkije) ] hebben gehad. Het was bijna niet te verdragen.