15 En daarmee gingen we niet buiten de grenzen van de taak die God ons had gegeven. Want nog niemand anders had het goede nieuws al eerder bij jullie gebracht. We scheppen dus niet op over werk wat eigenlijk door anderen is gedaan. Als we opscheppen, is dat over werk wat we zélf hebben gedaan. Als jullie geloof blijft groeien, vertrouwen we er op dat we jullie geloof steeds verder zullen kunnen opbouwen. Dat is dan nog steeds binnen de grenzen die God ons voor onze taak heeft gegeven.
16 Daarna kunnen we niet alleen bij jullie, maar ook nog verder weg het goede nieuws brengen. En dan scheppen we nog steeds niet op over werk wat anderen volgens hún opdracht van God daar al hebben gedaan [ voordat wij daar komen ].
17 [ In de Boeken staat: ] "Als iemand wil opscheppen, laat hij dan opscheppen over wat de Heer heeft gedaan [ en niet over zichzelf ]."
18 Als iemand trots op zichzelf is, betekent dat niets. Het gaat erom dat de Heer trots op je moet kunnen zijn.