7 Jullie weten immers zelf wel, dat jullie ons als voorbeeld moeten nemen. Want jullie hebben gezien dat wij wél hebben gewerkt.
8 We hebben van niemand van jullie geld of eten aangenomen. Maar we hebben dag en nacht hard gewerkt om niets van jullie nodig te hebben.
9 Eigenlijk is het zo, dat we er recht op hadden om van jullie te krijgen wat nodig was. Maar we hebben liever gewerkt, omdat we een voorbeeld voor jullie wilden zijn.
10 Want ook toen we bij jullie waren, hebben we tegen jullie gezegd dat mensen die niet willen werken, ook niets te eten zullen krijgen.
11 We zeggen jullie dit, omdat we hebben gehoord dat sommigen van jullie maar wat rondhangen en niet meer werken. Ze zijn alleen maar bezig met allerlei nutteloze dingen.
12 Tegen hen zeggen we namens onze Heer Jezus Christus, dat ze rustig hun werk moeten blijven doen. Ze moeten hun eigen brood blijven verdienen.
13 En, broeders en zusters, houd niet op met te doen wat goed is.