1 Op een dag zal Jezus Christus terugkomen. Hij is de Koning en Hij zal dan oordelen over levenden en doden. Namens God en Jezus Christus zeg ik je daarom dringend:
2 Vertel de mensen het woord. Dring bij ze aan, of het [ jou ] nu goed uitkomt of niet. Leg de mensen uit wat ze verkeerd doen. Voed hen met veel geduld op in het geloof.
3 Want er komt een tijd dat de mensen niet meer zullen willen luisteren naar de gezonde waarheid [ van het geloof ]. Omdat ze liever andere dingen horen, zullen ze zelf leraren uitzoeken die hen leren wat ze graag willen horen.
4 Ze zullen niet meer willen luisteren naar de waarheid, maar alleen maar naar verzinsels.
5 Maar jij moet helder blijven denken, Timoteüs, wát er ook gebeurt. Verdraag de moeilijkheden. Breng de mensen het goede nieuws en doe alles wat bij je taak hoort.
6 Wat mij betreft: mijn leven zal binnenkort geofferd worden. Ik weet dat ik binnenkort zal sterven.