1 Vroeger waren jullie [ geestelijk ] dood. Dat kwam door jullie ongehoorzaamheid aan God en door de slechte dingen die jullie deden.
2 Want jullie leefden op de manier waarop de ongelovige mensen nu eenmaal leven. Zij laten zich leiden door [ de duivel, ] de leider van de onzichtbare machten. Hij is de geest die werkt in de mensen die God niet gehoorzamen.
3 Vroeger hebben wij allemaal zo geleefd. We deden allemaal wat we zelf wilden. Daarom verdienden we Gods straf, net als alle andere mensen.
4 Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt.