21 Ik schrijf je dit omdat ik vol vertrouwen ben dat je naar me zal luisteren. Ik weet dat je zelfs nog meer voor me zal doen dan ik vraag.
22 Wil je ook voor mij onderdak regelen? Want ik hoop dat ik dankzij jullie gebeden bij jullie terug kan komen.
23 Je moet de groeten hebben van Epafras, die met mij gevangen zit voor zijn geloof in Jezus Christus.
24 Je moet ook de groeten hebben van mijn medewerkers Aristarchus, Demas en Lukas.
25 Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor je zal zijn.