40 Jezus stond stil en liet hem bij Zich brengen. Hij vroeg hem:
41 "Wat wil je dat Ik voor je doe?" Hij antwoordde: "Heer, ik wil zo graag kunnen zien!"
42 Jezus zei tegen hem: "Ik wil dat je kan zien! Je geloof heeft je gered."
43 Onmiddellijk kon de man zien. Hij volgde Jezus en prees God. En alle mensen die het zagen, prezen God.