7 Dan zal God [ die rechtvaardig is ] er toch zéker voor zorgen dat de mensen die Hij heeft uitgekozen, krijgen waar ze recht op hebben? Want ze roepen dag en nacht tot Hem. Zal Hij hen laten wachten?
8 [ Nee, ] Ik zeg jullie dat Hij hen heel snel zal komen helpen. Maar als de Mensenzoon op aarde terugkomt, zal Hij dan [ dat ] geloof vinden op aarde?"
9 Jezus had gemerkt dat sommige mensen zichzelf heel godsdienstig vonden en op andere mensen neerkeken. Daarom vertelde Hij hun nog een verhaal.
10 Hij zei: "Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden. De één was een Farizeeër, de ander een belasting-ontvanger.
11 De Farizeeër ging breeduit staan en bad bij zichzelf: 'God, ik dank U dat ik niet zo ben als de andere mensen. Want zij zijn hebzuchtig, oneerlijk en ontrouw, en ik niet. Dank U ook dat ik niet ben zoals die belasting-ontvanger daar.
12 Twee dagen per week sla ik het eten over. En ik geef U een tiende deel van alles wat ik heb.'
13 Maar de belasting-ontvanger bleef op een afstand [ van de tempel ] staan en wilde zelfs niet naar de hemel opkijken. Hij wrong zijn handen [ van spijt ] en zei: 'God, vergeef mij alstublieft de slechte dingen die ik heb gedaan!'