7 Een ander deel viel tussen de distels. En de distels kwamen tegelijk met het zaad op en verstikten het.
8 Een ander deel viel in goede grond. Toen dat opgekomen was, leverde het een oogst op die 100 keer zo groot was [ als wat er was gezaaid ]." En Hij riep: "Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren!"
9 Jezus' leerlingen vroegen aan Jezus wat Hij met het verhaal bedoelde.
10 Hij zei: "Jullie mogen de geheimen van het Koninkrijk van God kennen. Maar aan de andere mensen vertel Ik er alleen over met verhalen. Want zo zullen ze het niet zien, ook al kijken ze. En ze zullen het niet begrijpen, ook al horen ze.
11 Luister naar wat het verhaal betekent. Het zaad is het woord van God.
12 Het zaad dat langs de weg valt, zijn de mensen die het woord wel hebben gehoord, maar bij wie de duivel het woord uit hun hart rooft. Daardoor geloven ze niet en worden ze niet gered.
13 Het zaad dat op de rotsgrond valt, zijn de mensen die het woord blij geloven als ze het horen. Maar het geloof van die mensen heeft geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er moeilijkheden komen, verliezen ze hun geloof.