8 Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.'
9 En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen."
10 Toen ze thuisgekomen waren, vroegen de leerlingen Hem er weer naar.
11 Hij zei tegen hen: "Als iemand zijn vrouw wegstuurt en met een andere vrouw trouwt, is hij ontrouw aan zijn [ eerste ] vrouw.
12 En als een vrouw weggaat bij haar man en met een andere man trouwt, is ze ontrouw aan haar [ eerste ] man."
13 De mensen brachten hun kleine kinderen naar Jezus toe. Ze wilden dat Hij hun de handen op zou leggen. Maar de leerlingen stuurden hen weg.
14 Toen Jezus dat zag, werd Hij boos. Hij zei tegen hen: "Laat de kinderen bij Mij komen. Houd ze niet tegen. Want het Koninkrijk van God is voor mensen zoals zij.