57 Tenslotte stonden er een paar mannen op die ook iets van Jezus zeiden dat niet helemaal waar was.
58 Ze zeiden: "We hebben Hem horen zeggen: 'Ik zal deze tempel die door mensen is gemaakt, afbreken. En binnen drie dagen zal Ik een andere bouwen, die niet door mensen is gemaakt.' "
59 Maar ook hierbij klopte wat de één zei niet met wat een ander zei.
60 Toen stond de hogepriester op en ondervroeg Jezus: "Waarom antwoord Je niets op deze beschuldiging?"
61 Maar Jezus zweeg en gaf geen antwoord. Toen vroeg de Hogepriester Hem weer: "Ben Jij de Messias, de Zoon van de Gezegende God?"
62 Jezus zei: "IK BEN het. En u zal de Mensenzoon zien als Hij naast de Almachtige God zit en op de wolken komt."
63 De hogepriester riep uit: "We hebben verder geen beschuldigingen meer nodig!