23 Ze wilden Hem wijn gemengd met mirre te drinken geven. Maar Hij wilde die niet drinken.
24 Toen spijkerden ze Hem aan het kruis. En ze verdeelden zijn kleren door erom te loten.
25 Het was negen uur 's morgens toen ze Hem aan het kruis hingen.
26 Boven zijn hoofd hing een bord waarop stond waarom Hij de doodstraf had gekregen. Er stond op: 'De koning van de Joden.'
27 Samen met Hem kruisigden ze twee moordenaars. De één links en de ander rechts van Hem.
28 Zo gebeurde wat al in de Boeken stond: 'Hij werd als een misdadiger behandeld.'
29 De mensen die voorbij kwamen, scholden Hem uit. Ze schudden spottend hun hoofd en zeiden: "Hé, Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt!