12 [ Het is zoals de profeet Jesaja zei: ] 'Ze kijken wel, maar zien niets. En ze horen wel, maar begrijpen niets. Daardoor gaan ze niet leven zoals God het wil en vergeeft God hun niet.' "
13 Hij zei tegen hen: "Begrijpen jullie dit verhaal niet? Hoe kunnen jullie dan de andere verhalen begrijpen?
14 De zaaier zaait het woord [ van God ].
15 Het zaad langs de weg zijn de mensen die het woord horen, maar bij wie de duivel onmiddellijk het woord steelt dat in hun hart was gezaaid.
16 Het zaad dat op rotsgrond viel, zijn de mensen die het woord horen en het onmiddellijk blij geloven.
17 Maar ze hebben geen wortels: hun geloof zit niet diep. Ze geloven wel een tijdje, maar als er later problemen en moeilijkheden komen omdat ze het woord geloven, verliezen ze hun geloof.
18 Het deel dat tussen de distels valt, zijn weer andere mensen die het woord horen.