23 Als je oren hebt, moet je ook goed luisteren."
24 En Hij zei tegen hen: "Let goed op wát je hoort. Met de maat waarmee jullie meten, zullen jullie zelf ook worden gemeten. En je zal zelfs meer krijgen dan dat.
25 Want mensen die hebben, zullen nog meer krijgen. Maar van de mensen die niet hebben, zal afgenomen worden zelfs wat ze wél hebben."
26 Jezus zei: "Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een man die zaad zaait.
27 Dan gaat hij slapen en staat weer op, dag na dag. Intussen komt het zaad op. Het groeit, zonder dat de man weet hoe.
28 De grond geeft vanzelf vrucht: eerst een halm, daarna een aar, daarna het graan in de aar.
29 Zodra het graan rijp is, laat hij het maaien. Want dan is het tijd voor de oogst.