25 Want mensen die hebben, zullen nog meer krijgen. Maar van de mensen die niet hebben, zal afgenomen worden zelfs wat ze wél hebben."
26 Jezus zei: "Je kan het Koninkrijk van God vergelijken met een man die zaad zaait.
27 Dan gaat hij slapen en staat weer op, dag na dag. Intussen komt het zaad op. Het groeit, zonder dat de man weet hoe.
28 De grond geeft vanzelf vrucht: eerst een halm, daarna een aar, daarna het graan in de aar.
29 Zodra het graan rijp is, laat hij het maaien. Want dan is het tijd voor de oogst.
30 Hoe zal Ik het Koninkrijk van God nog meer uitleggen? Waarmee kun je het nog meer vergelijken?
31 Je kan het ook vergelijken met een mosterdzaadje. Op het moment dat het wordt gezaaid, is het maar een heel klein zaadje.