17 De mensen vroegen Jezus om weg te gaan uit hun gebied.
18 Jezus stapte in de boot. De man die gek geweest was, smeekte Hem of hij met Hem mee mocht.
19 Maar dat wilde Jezus niet. Hij zei tegen hem: "Ga naar huis, naar je familie. Vertel hun wat de Heer God in zijn liefde voor je heeft gedaan."
20 En de man ging weg en begon in de Dekapolis [ (= 'Tienstedengebied') ] alles te vertellen wat Jezus voor hem had gedaan. En iedereen was erg verbaasd over wat hij vertelde.
21 Toen Jezus weer met de boot naar de overkant was gevaren, kwam opnieuw een heel grote groep mensen naar Hem toe. En Hij bleef bij het meer.
22 Er kwam een leider van de synagoge naar Jezus toe. Hij heette Jaïrus. Toen hij Jezus zag, liet hij zich voor Jezus op zijn knieën vallen en smeekte Hem:
23 "Mijn dochtertje is heel erg ziek en zal sterven. Kom alstublieft mee en leg haar de handen op. Dan zal ze beter worden en in leven blijven."