10 Onmiddellijk daarna stapte Jezus met zijn leerlingen in de boot en voer naar het gebied van Dalmanoeta.
11 De Farizeeërs kwamen naar Jezus toe en begonnen ruzie met Hem te maken. Ze vroegen Hem om een teken van God te laten zien. [ Ze wilden dat Hij bewees wie Hij was ]. Dat vroegen ze om Hem uit te dagen.
12 Hij zuchtte diep en zei: "Waarom willen jullie zo graag een teken zien? Luister goed: jullie krijgen geen teken!"
13 En Hij liet hen daar staan, stapte weer in de boot en vertrok naar de overkant.
14 De leerlingen hadden vergeten om brood mee te nemen. Ze hadden maar één brood bij zich in de boot en verder niets.
15 Jezus waarschuwde hen: "Pas goed op voor de gist van de Farizeeërs en van Herodes."
16 De leerlingen zeiden tegen elkaar: "Dat zegt Jezus vast omdat we geen brood hebben."