1 En Hij zei tegen hen: "Luister goed! Ik zeg jullie dat een paar van jullie niet zullen sterven voordat ze hebben gezien dat het Koninkrijk van God met kracht is gekomen."
2 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes mee een hoge berg op. Alleen zij drieën waren bij Hem.
3 En ze zagen Jezus plotseling veranderen en zijn kleren werden schitterend wit. Zo wit als niemand op aarde ze zou kunnen maken.
4 En ze zagen Elia en Mozes met Jezus spreken.
5 Petrus zei tegen Jezus: "Meester, het is goed dat wij hier zijn. Laten we drie tenten neerzetten: één voor U, één voor Mozes en één voor Elia."
6 Want hij wist niet wat hij moest zeggen, want ze waren erg bang.
7 Toen kwam er een wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Luister naar Hem."