7 Jezus antwoordde: "Maar er staat ook in de Boeken: 'Je mag je Heer God niet uitdagen.' "
8 Daarna nam de duivel Jezus mee naar een hoge berg. Vanaf die berg liet hij Jezus alle koninkrijken van de wereld zien, met al hun macht en rijkdom.
9 En hij zei tegen Jezus: "Dat geef ik allemaal aan U, als U voor mij neerknielt en mij aanbidt!"
10 Toen zei Jezus: "Ga weg, duivel! Er staat toch ook in de Boeken: 'Aanbid je Heer God en dien alleen Hém.' "
11 Toen liet de duivel Hem met rust. En er kwamen engelen om Hem te dienen.
12 Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangen was genomen , ging Hij terug naar Galilea.
13 Hij vertrok uit Nazaret en ging in Kapernaüm wonen. Kapernaüm ligt aan het meer, in het gebied van de stammen van Zebulon en Naftali.