11 Het is heerlijk voor je als de mensen je uitschelden, belachelijk maken, vervolgen en allerlei leugens over je vertellen omdat je in Mij gelooft.
12 Wees er blij over. Want je zal er in de hemel een grote beloning voor krijgen. Want op dezelfde manier zijn vroeger ook de profeten vervolgd."
13 [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Jullie zijn het zout voor de wereld. Maar als het zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Het is nergens meer voor te gebruiken. Je kan het alleen nog maar weggooien. Het wordt vertrapt door de mensen.
14 Jullie zijn het licht voor de wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven.
15 En als je een olielamp aansteekt, zet je er daarna geen emmer overheen. Nee, je zet hem hoog neer, zodat iedereen in huis licht heeft.
16 Laat op dezelfde manier jullie licht schijnen voor de mensen. Laat hun de goede dingen zien die jullie doen. Dan zullen ze jullie hemelse Vader ervoor prijzen."
17 [ Jezus zei tegen zijn leerlingen: ] "Denk niet dat Ik ben gekomen om de Boeken van de Wet en de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om alles te doen wat er in staat.