16 Je kan zulke mensen duidelijk herkennen aan de manier waarop ze leven. Het is net als met vruchten: aan een doornplant zul je geen druiven vinden en aan een distel geen vijgen.
17 Aan een goede boom groeien goede vruchten, maar aan een slechte boom groeien slechte vruchten.
18 Aan een goede boom kunnen geen slechte vruchten groeien, en aan een slechte boom kunnen geen goede vruchten groeien.
19 Bomen waar geen goede vruchten aan groeien, worden omgehakt en in het vuur gegooid.
20 Zo kunnen jullie de mensen dus herkennen aan hun vruchten. [ Hun vrucht is: hun manier van leven. ]
21 Niet iedereen die tegen Mij zegt: 'Heer, Heer,' zal het Koninkrijk van God binnengaan. Alleen de mensen die mijn hemelse Vader willen gehoorzamen, mogen binnen komen.
22 Op de laatste dag zullen heel veel mensen tegen Mij zeggen: 'Heer, Heer, we hebben toch in uw naam geprofeteerd en in uw naam duivelse geesten uit de mensen weggejaagd en in uw naam allerlei wonderen gedaan?'