1 Jezus stapte weer in de boot en voer terug. Hij kwam in zijn eigen stad. Daar brachten een paar mannen een verlamde man op een matras naar Hem toe.
2 Omdat Jezus hun geloof zag, zei Hij: "Houd moed, mijn zoon, Ik vergeef je al je ongehoorzaamheid aan God."
3 Sommige wetgeleerden zeiden bij zichzelf: "Die Man beledigt God!"
4 Jezus wist wat ze dachten. Daarom zei Hij: "Waarom zijn jullie zo boos?
5 Wat is gemakkelijker om te zeggen: 'Ik vergeef je al je ongehoorzaamheid aan God,' of: 'Sta op en loop'?