22 Maar Jezus draaide Zich om, zag haar en zei: "Houd moed, mijn dochter, je geloof heeft je gered." Vanaf dat moment was de vrouw weer gezond.
23 Jezus kwam bij het huis van de leider van de synagoge. Hij zag de fluitspelers [ die treurmuziek speelden ] en alle mensen die gekomen waren en luid huilden.
24 Hij zei tegen hen: "Ga weg, want het meisje is niet dood. Ze slaapt."
25 Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten. Toen ging Hij naar binnen. Hij pakte de hand van het meisje en het meisje stond op.
26 Al gauw werd er in de wijde omgeving gepraat over wat er gebeurd was.
27 Toen Jezus vandaar verder ging, volgden twee blinde mannen Hem. Ze riepen aldoor: "Help ons alstublieft, Zoon van David!"
28 Toen Jezus zijn huis was binnen gegaan, kwamen de blinden naar Hem toe. Jezus zei tegen hen: "Geloven jullie dat Ik dat kan doen?" Ze zeiden tegen Hem: "Ja, Heer."