24 Hij zei tegen hen: "Ga weg, want het meisje is niet dood. Ze slaapt."
25 Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten. Toen ging Hij naar binnen. Hij pakte de hand van het meisje en het meisje stond op.
26 Al gauw werd er in de wijde omgeving gepraat over wat er gebeurd was.
27 Toen Jezus vandaar verder ging, volgden twee blinde mannen Hem. Ze riepen aldoor: "Help ons alstublieft, Zoon van David!"
28 Toen Jezus zijn huis was binnen gegaan, kwamen de blinden naar Hem toe. Jezus zei tegen hen: "Geloven jullie dat Ik dat kan doen?" Ze zeiden tegen Hem: "Ja, Heer."
29 Hij raakte hun ogen aan en zei: "Ik wil dat gebeurt wat jullie geloven."
30 Toen konden de mannen zien. Jezus zei heel streng tegen hen: "Vertel dit aan niemand!"