5 Hij is heel erg goed voor mij geweest. Hij heeft mij al mijn schuld vergeven. En Hij heeft mij een taak gegeven: ik moet de niet-Joodse volken oproepen om in God te gaan geloven en Hem gehoorzaam te zijn.
6 Jullie horen daar ook bij. Ook jullie zijn door Jezus Christus geroepen [ om bij Hem te horen ].
7 Lieve broeders en zusters in Rome, God houdt heel veel van jullie. Hij heeft jullie geroepen om Hem te dienen en bij Hem te horen. Ik bid dat God de Vader in alles goed voor jullie zal zijn. En dat jullie vol zullen zijn van de vrede van God de Vader en van de Heer Jezus Christus.
8 In de eerste plaats dank ik mijn God door Jezus Christus voor jullie allemaal. Want overal wordt over jullie geloof gesproken.
9 God weet dat ik altijd voor jullie bid. (En ik dien Hem met hart en ziel, door de mensen het goede nieuws van zijn Zoon te vertellen.)
10 Dan bid ik [ ook ] dat God ervoor zal zorgen dat ik eindelijk naar jullie toe kan komen.
11 Want ik wil jullie erg graag zien en jullie geloof verder opbouwen.