1 Broeders en zusters, met mijn hele hart bid ik tot God dat Israël zal worden gered. Want daar verlang ik met mijn hele hart naar.
2 Want ik weet dat ze erg hun best doen om God te dienen. Maar ze doen dat op de verkeerde manier.
3 Want ze begrijpen niet op welke manier God hen wil vrijspreken van schuld. Ze proberen het op hun eigen manier: door de dingen die ze doen. Daardoor zijn ze niet gehoorzaam aan God.
4 Want Gods manier is: Jezus. Jezus is het einddoel van de wet [ van Mozes ]. Iedereen die in Hem gelooft, wordt vrijgesproken van schuld.