17 Je zou het volk Israël kunnen vergelijken met een [ gekweekte ] olijfboom. En jullie [ als niet-Joden ] met een wilde olijfboom. Nu heeft God een paar takken van de gekweekte olijfboom weggebroken. En Hij heeft de takken van de wilde olijfboom daarvoor in de plaats gezet. Dat zijn jullie. Nu drinken jullie van het sap uit de wortels van de gekweekte olijfboom. En de olijf-olie in jullie is ontstaan dankzij die boom.
18 Ga daar nu niet over opscheppen tegen de andere takken! Bedenk liever dat jullie niet voor de wortels zorgen, maar dat de wortels voor jullie zorgen!
19 Nu zeggen jullie misschien: "Jawel, maar er zijn takken weggebroken zodat wíj ertussen konden worden gezet!"
20 Goed, dat is waar. Zij zijn weggebroken vanwege hun ongeloof, en jullie staan ertussen door jullie geloof. Maar wees daar niet trots op, maar heb liever ontzag voor God.
21 Want als God zo streng is voor de takken die er hoorden, zal Hij net zo streng zijn voor jullie [ die er eigenlijk níet horen ]. Ook jullie zou Hij kunnen weghalen vanwege ongeloof.
22 Onthoud dat God niet alleen goed en vriendelijk is, maar óók streng! Hij is streng voor de mensen die ongehoorzaam zijn. Maar voor jullie is Hij goed en vriendelijk, als jullie op Hem blijven vertrouwen. Maar als jullie niet langer op Hem vertrouwen, zullen jullie óók weggekapt worden.
23 Maar als die anderen niet ongelovig blijven, zullen ook zij weer op de boom worden teruggezet. Want voor God is het mogelijk om hen terug te zetten.