Romeinen 13:3-9 BB

3 Want als je goed doet, hoef je niet bang te zijn voor de overheid. Maar wel als je slechte dingen doet. Willen jullie liever niet bang zijn voor de overheid? Doe dan wat goed is, en je zal worden geprezen.

4 Want God gebruikt de overheid om te zorgen dat het goed met jullie gaat. Maar als jullie slechte dingen doen, wees dan bang voor de overheid. Die mag immers straffen! De overheid doet haar werk namens God en straft de mensen die slechte dingen doen.

5 Daarom moeten jullie gehoorzaam zijn. Niet alleen vanwege de straf, maar ook vanwege jullie geweten.

6 Daarom betalen jullie ook belasting. De mensen die voor de overheid werken, zijn eigenlijk dienaren van God. Zij letten er aldoor op dat jullie je aan de wetten houden.

7 Geef daarom aan iedereen waar hij recht op heeft. Betaal belasting aan de mensen aan wie je belasting moet betalen. Betaal tol aan de mensen aan wie je tol moet betalen. Geef respect aan de mensen die je moet respecteren en geef eer aan de mensen die je moet eren.

8 Zorg ervoor dat je bij niemand schulden maakt. De enige 'schuld' die je aan andere mensen hebt, is: het geven van liefde. . Ik bedoel dat je van alle mensen moet houden. Want als je van de andere mensen houdt, heb je gedaan wat de wet van God vraagt.

9 Want de wetten: "Wees niet ontrouw aan je man of vrouw," "Dood niemand," "Steel niet," "Beschuldig niemand van iets wat niet waar is," "Wees niet jaloers" en al Gods andere wetten kun je samenvatten met de volgende woorden: "Houd net zoveel van je medemensen als van jezelf."