13 Hun woorden brengen alleen maar dood en ellende. Ze liegen en bedriegen. Hun woorden lijken wel vergif.
14 Ze vloeken en ze schelden.
15 Ze staan altijd klaar om iemand te vermoorden.
16 Overal laten ze een spoor van verwoesting en ellende achter.
17 Ze weten niet hoe ze in vrede kunnen leven.
18 Ze hebben geen enkel ontzag voor God."
19 Nu is het logisch dat de wet [ van Mozes ] spreekt tegen díe mensen voor wie de wet geschreven is[ , namelijk de Joden ]. Zo kan dus niemand beweren dat hij geen schuld heeft. Iedereen zal aan God moeten toegeven dat hij schuldig is en straf verdient.