3 Wat staat er over hem opgeschreven? "Abraham geloofde [ en vertrouwde ] God. Daarom vond God dat Abraham leefde zoals Hij het wil."
4 Als je zelf voor iets gewerkt hebt, krijg je je loon omdat je er recht op hebt. Het is geen geschenk.
5 Maar als je alleen op God vertrouwt en niet op je eigen prestaties, spreekt God je vrij van schuld. [ Het is Gods geschenk. ] Want God kan mensen die zich eerst niets van Hem aantrokken [ en dus schuldig zijn ], vrijspreken van schuld.
6 David zegt [ in de Psalmen ] hetzelfde. Hij zegt dat het heerlijk is als je niet op je eigen daden vertrouwt om te worden vrijgesproken van schuld, maar op God vertrouwt. Hij zegt [ het zó ]:
7 "Het is heerlijk als de Heer je je fouten heeft vergeven. Het is heerlijk als Hij alles heeft weggedaan wat je verkeerd hebt gedaan.
8 Het is heerlijk als God zegt dat je niet meer schuldig bent."
9 Gaat dit alleen over de Joden, dus over mensen die besneden zijn? Of gaat het ook over de andere mensen, die niet besneden zijn? We zeiden daarnet al: vanwege zijn gelóóf werd Abraham door God vrijgesproken van schuld.