15 Hoe zit het dus? Zullen we dan maar veel slechte dingen doen, omdat de wet niets meer over ons te zeggen heeft, en God ons in zijn liefde alles vergeeft? Nee, natuurlijk niet!
16 Denk erom: als je iemand altijd gehoorzaamt, ben je eigenlijk zijn slaaf. Als je het kwaad altijd gehoorzaamt, ben je dus een slaaf van het kwaad. En het kwaad brengt je altijd de dood. Maar als je God gehoorzaamt, ben je een slaaf van de gehoorzaamheid [ aan God ]. Dan spreekt God je vrij van schuld en geeft Hij je leven.
17 Vroeger waren jullie [ onvrijwillig ] slaven van het kwaad. Maar prijs God: nú willen jullie graag [ en vrijwillig ] gehoorzaam zijn aan de dingen die we jullie hebben geleerd [ over Christus ].
18 Jullie zijn bevrijd van de slavernij van het kwaad. Jullie zijn in dienst gekomen van [ een nieuwe meester: ] de wil van God.
19 Ik leg het jullie nóg een keer uit, omdat jullie het moeilijk vinden. Eerst deden jullie verkeerde en slechte dingen. En daardoor deden jullie steeds méér slechte dingen. Maar nu moeten jullie de dingen gaan doen die God wil. Daardoor zullen jullie steeds méér gaan leven zoals Hij het wil.
20 Toen jullie nog slaven van het kwaad waren, waren jullie schuldig.
21 Jullie deden toen dingen waarover jullie je nu schamen. En wat was het gevolg van die dingen? Uiteindelijk de dood!