19 Heber kreeg twee zonen: de ene heette Peleg [ (= 'scheiding') ], want in zijn dagen werd de aarde gedeeld. Zijn broer heette Joktan.
20 De zonen van Joktan waren: Almodad, Selef, Hazarmavet, Jera,
21 Hadoram, Uzal, Dikla,
22 Ebal, Abimaël, Scheba,
23 Ofir, Havila en Jobab. Dat waren alle zonen van Joktan.
24 [ Dus ] Sem kreeg Arpachsad. Arpachsad kreeg een zoon: Sela.
25 Sela kreeg een zoon: Heber. Heber kreeg een zoon: Peleg. Peleg kreeg een zoon: Rehu.