43 die een zoon was van Jahat, die een zoon was van Gerson, die een zoon was van Levi.
44 Links van Heman stond Etan [ met een groep zangers ]. Etan was uit de familie van Merari. Hij was de zoon van Kisi, die een zoon was van Abdi, die een zoon was van Malluch,
45 die een zoon was van Hasabja, die een zoon was van Amazia, die een zoon was van Hilkia,
46 die een zoon was van Amzi, die een zoon was van Bani, die een zoon was van Semer,
47 die een zoon was van Mali, die een zoon was van Musi, die een zoon was van Merari, die een zoon was van Levi.
48 De andere Levieten deden dienst in de tent van ontmoeting.
49 Maar alleen Aäron en zijn zonen mochten de offers brengen op het brandoffer-altaar en het wierook-altaar. En alleen zij mochten het werk in de allerheiligste kamer doen en vergeving brengen over het volk Israël. Dat moesten ze doen volgens de wetten die Mozes, de dienaar van God, had gegeven.