6 Jojakim stierf en werd begraven. Zijn zoon Jojachin werd na hem koning van Juda.
7 De koning van Egypte kwam met zijn leger niet meer buiten de grenzen van Egypte. Want de koning van Babel had al het gebied veroverd dat eerst van de koning van Egypte was geweest. Want Nebukadnezar had al het land veroverd vanaf de Beek van Egypte tot aan de rivier de Eufraat.
8 Jojachin was 18 jaar toen hij koning werd. Hij regeerde drie maanden in Jeruzalem. Zijn moeder heette Nehusta. Ze was een dochter van Elnatan. Ze kwam uit Jeruzalem.
9 Jojachin leefde niet zoals de Heer het wil, net zoals zijn voorvaders. Hij deed dezelfde slechte dingen als zijn vader had gedaan.
10 In de tijd dat hij regeerde, viel het leger van koning Nebukadnezar van Babel Jeruzalem aan en omsingelde de stad.
11 Toen het leger Jeruzalem omsingeld had, kwam Nebukadnezar ook zelf naar de stad.
12 Koning Jojachin van Juda kwam de stad uit en gaf zich over aan de koning van Babel, samen met zijn moeder, zijn dienaren, zijn aanvoerders en zijn hovelingen. Zo nam Nebukadnezar hem gevangen toen hij acht jaar koning van Babel was.