6 Hij wees legeraanvoerders aan en verzamelde hen op het plein bij de stadspoort. Daar sprak hij hun moed in.
7 Hij zei: "Wees vastberaden en vol vertrouwen. Laat je niet bang maken door de koning van Assur en zijn grote leger. Hij is wel machtig, maar wij zijn machtiger.
8 Híj heeft wel een machtig leger, maar wíj hebben een machtige God. En onze Heer God zal ons helpen en voor ons strijden." Daardoor kreeg het hele volk weer moed.
9 Koning Sanherib was zelf met zijn leger bij Lachis. Hij stuurde aanvoerders naar Jeruzalem. Ze brachten koning Hizkia en alle Judeeërs in Jeruzalem de volgende boodschap:
10 "Dit zegt koning Sanherib van Assur: Jullie zijn helemaal omsingeld. Waarop vertrouwen jullie nog?
11 Laat je niet voor de gek houden door Hizkia. Hij zegt dat jullie God jullie zal redden van de koning van Assur. Maar zo laat hij jullie van honger en dorst sterven!
12 Hizkia heeft toch alle altaren weggehaald? Hij heeft toch gezegd dat jullie maar bij één altaar offers mogen brengen en God mogen aanbidden?