18 Salomo maakte grote aantallen van al deze voorwerpen. Daarom werd er niet uitgerekend hoeveel al dat koper woog.
19 Verder liet Salomo alle andere dingen voor de tempel van de Heer maken: het gouden altaar, de gouden tafel voor de heilige broden,
20 de gouden kandelaars met de gouden olie-lampen daarop die volgens het voorschrift vóór de achterzaal moesten branden,
21 de gouden bloemen, de gouden olie-lampen en de gouden scharen om de lonten mee te knippen, alles van het zuiverste goud.
22 Verder de gouden vorken, de gouden offerschalen, de gouden lepels en de gouden vuurpannen, van zuiver goud. Ook de deuren van de tempel, de deuren naar de allerheiligste kamer en de deuren naar de voorzaal van de tempel die allemaal met goud bedekt werden.