7 Hij maakte ook tien gouden kandelaars. Ze waren gemaakt naar het voorbeeld dat God gegeven had Want dat had God bevolen. Hij zette ze in [ de voorzaal van ] de tempel: vijf aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant.
8 Ook maakte hij tien tafels en zette die in [ de voorzaal van ] de tempel: vijf aan de rechterkant en vijf aan de linkerkant. Verder maakte hij 100 gouden offerschalen .
9 Hij maakte een binnenplein voor de priesters en een groot buitenplein. Hij maakte deuren voor het buitenplein en bedekte die met koper.
10 De grote waskom zette hij (als je aan de oostkant naar buiten komt) rechts van de tempel. Dat is dus aan de zuidkant van het plein.
11 Hiram maakte ook de potten, scheppen en offerschalen. Zo maakte hij alles wat hij van koning Salomo voor de tempel van God moest maken:
12 de twee pilaren, de twee bollen op de sierstukken op de top van de pilaren, de twee koperen netten die de bollen bedekten,
13 de 400 granaatappels die in twee rijen op elk netwerk werden vastgemaakt,